Wat is Vrij Evangelisch

Wat is Vrij Evangelisch? Hoe en wanneer is het ontstaan? De geschiedenis is misschien saai, maar toch is het goed te weten wie wij zijn en wat wij zijn! Op de achterzijde van ‘ons’ Gemeenteblad is dat in het kort beschreven.

Hier volgt een Bijbelstudie die gegeven werd door Br. G. H. Kiers in 2002

In 1722 vluchtte een groep Moravische broeders afkomstig uit de Hussitische broedergemeenschap. In Duitsland kregen ze  onderdak op het landgoed van Graf von Zinzendorf in oostelijk Saksen. Anno 1700-1800.  In die tijd heerste er grote vrijzinnigheid in het geloof in God. Deze broeders bestudeerden de bijbel, gaven Bijbelstudies, hielden bijeenkomsten en diensten. Ze vormden er de kolonie ‘Hernhut’(Onder de hoede van de Heer). Er kwam opleving in een beroerde tijd van geestelijk leven en denken.

                  Reveil = opwekkingsbeweging / opleving.

                  Piëtisme = accenten bij persoonlijk geloof

                  Methodisme = Methodiek van bestuderen en uitleggen van de bijbel.

Zo ontstonden de Hernhutters.

J. Wesly  en G. Whitfield uit Engeland waren aanhangers van het Methodisme.

J. Wesly riep op tot evangelisch denken en G. Whithfield tot opwekking, hij hield openluchtdiensten, terwijl hij ook de uitverkiezingsleer aanhing. Predestina.

In Zwitserland was Cesar de Malan voorganger van de grote protestantse kerk in Geneve. Ook daar heerste vrijzinnigheid. Echt geloof was er niet, alleen de vorm. Ook Cesar de Malan was niet gelovig.

De Hernhutters trokken naar Zwitserland en gaven daar Bijbelstudies, gaven het ware evangelie door en ook het persoonlijk geloof. Cesar de Malan kwam in aanraking met hen en kwam tot geloof, hij bekeerde zich.

De volgende zondag  preekte hij in zijn kerk het ware Evangelie, Jezus’ lijden en sterven , de verzoening die Hij bracht tussen God de Vader en de mensen.

Zijn ouderlingen verboden hem te preken in de kerk en hij werd zelfs uit de kerk gezet.

Cesar de Malan met zijn wars en eigenzinnig karakter bouwde zijn eigen kerk en preekte het ‘Verlossingswerk’ van de Here Jezus. Veel mensen kwamen tot geloof.

Zwitserland is het ontstaansproces van de Vrije Evangelische Gemeenten. ‘Het Zwitsers reveil’. Er kwamen Evangelische gemeenten in Geneve, Basel  en Sankt Gallen. Ook in Frankrijk, Lyon 1832 en in Duitsland 1834.

Leerlingen van Cesar de Malan was Henry Merle D’Aubigné maar ook Isaäc da Costa. Abraham Capadose was een neef van Isaäc da Costa. W. Bilderdijk (staatsman en dichter) kwam in aanraking met Cesar de Malan.

In 1813 is Nederland een koninkrijk geworden met prins Willem van Oranje als Koning Willem I.  Vanaf 1814 hield hij hof in Brussel, hij had veel macht en ook zeggenschap over de kerk. Hij besliste dat alle ‘kerkjes’ en ‘geloven’ bij elkaar moesten in één kerk, n.l.: De Nederlands Hervormde Kerk. Ds. Henry Merle D’Aubigné preekte aan het hof van Koning Willem I en kwam in aanraking met de secretaris van de koning, Groen van Prinsterer. Het was een tijd van vrijzinnigheid. Groen van Prinsterer raakte in de ban van het Evangelie.

Groen van Prinsterer kwam met Koning Willem I mee naar Nederland in 1830 na de afscheiding van de Zuidelijke Nederlanden (België).

Belangrijk te weten is: de Afscheiding in 1834 met Abraham Kuiper. De onrust in Kerkelijk Nederland is groot.

De Christelijke vriendenkring ontstaat, W. Bilderdijk, Isaäc da Costa, Abraham Capadose, Otto G. Heldring, Guillaume Groen van Prinsterer en Ds. Jan de Liefde maakten daarvan deel uit. Het was een Beweging van binnenuit, een aanzet naar ‘Evangelisch’ denken in Nederland.

Ds. Jan de Liefde  1814-1869 was de grondlegger van de Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland. In Zutphen had hij contact met de Christelijke vrienden en hoorde van hun ‘leer’. Hij preekte het evangelie, maar zijn eigen kerk (Ned. Herv.) bleef leeg, terwijl anderen van heinde en ver kwamen om het evangelie te horen.

Jan de Liefde vertrok naar Amsterdam, gaf daar Bijbelstudies en preekte. In de ene hand de bijbel en de andere brood. Hij kocht het pand Bethanië en Ebenhaëzer, stichtte scholen, confectieateliers, gaf tijdschriften uit en schreef  boeken.

Ook kocht hij het pand Willemstraat 41-43 waar de Stichting “Heil des Volks” zit.

De V.E.G. in Amsterdam had kinderdoop en volwassendoop naast elkaar.

Jan de Liefde legde vooral de nadruk op de autonomie van de “gemeente”. Hij stichtte de eerste V.E.G. in Amsterdam, in 1857, die is veel later opgehouden te bestaan. De gemeenteleden zijn overgegaan naar de Weteringkerk wat nu een V.E.G. is.

Ds. Jan de Liefde stichtte een opleidingsschool en zond mensen uit naar het noorden en oosten van  ons land. Ze gaven Bijbelstudies in de avonden. Eerst vormden zich huisgemeenten, later werden er “Vrije Gemeenten” en “Baptisten Gemeenten”gesticht.

Een leerling van Jan de Liefde was Holleman. Hij stichtte een opleidingsschool in Leeuwarden. Een van zijn studenten was Dirk Gilde. Hij stichtte 1868 de ‘Vrije Zendingsgemeente’ van Ossenzijl. 

Rond 1800 was de deugdzaamheid het centrale thema. Niet de naam van Jezus werd verkondigd, slechts goed en lief zijn voor elkaar. Wedergeboorte was achterhaald.

Ds. Budding was in 1860 predikant in Goes. Hij vond dat hij in zijn persoonlijk geloof en in zijn verkondiging te kort schoot. Hij ging door een diep dal. Vele malen zal hij Efeziërs 1 vers

3-14 gelezen hebben, tot die ene keer op een avond Efeziërs 1 vers 7 diep tot hem doordrong:  En in Hem hebben wij de verlossing door Zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom Zijner genade.

Ds. Budding kwam tot bekering, (uit de orthodoxe hoek). Hij begon het Evangelie te preken, maar hij werd ook de kerk uitgezet. Voortaan preekte hij in een schuur, wat nu het kerkgebouw van de Vrije Evangelische Gemeente in Goes is. Ds. Budding is de geestelijk vader van veel V.E.G. –  gemeenten in Zeeland. Hij bleef in Zeeland en had slechts vijf studenten.

Omdat ds. Budding afweek van zijn reguliere preken en gangbare opvattingen in de Ned. Herv. Kerk werden hij en zijn ouderling gevangen gezet in Nijmegen.  Cesar Malan kwam bij Budding op bezoek in de gevangenis.

Ds. Budding legde vooral de nadruk op persoonlijk geloof.

Ds. H.W. Witteveen ( leefde van 03-05-1815 tot 09-05-1884) studeerde theologie, brak zijn studie af en werd militair. Na zijn diensttijd pakte hij zijn studie weer op. In 1846 werd hij beroepen als dominee in de N.H. kerk in Ermelo. Hij bezocht de Bijbelstudies van Isaäc da Costa en bezocht ook de ‘Vriendenkring’. Hij begon de ‘wedergeboorte’ te preken in de N.H. kerk in Ermelo en kwam in conflict met de kerkvoogden. Hij ging ook de strijd aan met de schoolwet i.v.m. Godsdienstonderwijs. Ds. Witteveen mocht de kansel niet meer op. De politie was zondags in de kerk om dat te voorkomen. Demonstratief nam hij plaats in de ouderlingenbank.

Na de breuk met de N.H. kerk richtte hij het ‘Zendingskerkje’ op in Ermelo, naar model van de Hernhutters in Duitsland. Hij was wars van elke vorm van kerkelijk bestuur.

Ds. Witteveen verliet de Vriendenkring omdat men naar herstel van de staatskerk streefde. Na het verlaten van de Vriendenkring hield dezelfde Vriendenkring binnen een maand op te bestaan.

Bij hem gold een enorme zendingsdrang. Hij stichtte een zendingsschool voor binnen- en buitenland. Zorgde voor zending onder de Bataks op Sumatra met name het eiland Samosië in het Tobameer. Ook voor zending op Celebes en onder de Joden.

Hij was mede opsteller van het statuut en de beginselen van de Vrije Christelijke Gemeenten.

Ds. Witteveen  legde vooral de nadruk op de Zending.

A. Mooi de leerling van ds. Witteveen werkte in Middelburg en kwam in aanraking met de gemeenten van ds. Budding.

Leerlingen van Mooi/Witteveen stichtten gemeenten, maar preekten toen ook in de gemeenten van Budding. Ds. Budding was wars van de ‘Maranatha gedachte’ en kon de preken van de leerlingen van de groep Mooi/Witteveen niet tegen houden. Zij die wel de ‘Maranatha gedachte’ preekten. Na de dood van Ds. Budding zijn al die gemeenten in elkaar opgegaan.

In Duitsland was een bond van Evangelische Gemeenten. Ds. M. Mooi had contact met een Evangelische Gemeente in Kohlbrugge.

Op 14 en 15 september 1881 is De Bond van Vrije Evangelische Gemeente in Nederland opgericht. De Bond is beïnvloed door de Brighton beweging, het Leger des Heils, Opwekking Wales, Maranatha Beweging en Johannes de Heer.

In 1912 zijn de breuklijnen in de bond van de V.E.G. in Nederland zichtbaar geworden.

Aanvankelijk waren er 5 gemeenten bij de beginselverklaring van 1881. Het was een “ruim”document. Geen geloofsbelijdenis, Gemeenten hadden een eigen karakter, autonomie, geen leerregels, hadden eigen inzichten. Geen ordening van bovenaf. Nu nog steeds een groot goed. Christus is het Hoofd.  Het ‘Woord’ alleen, er zijn geen belijdenisgeschriften, geen vastgestelde regels, geen catechismus.

Het ‘Woord’ alleen: studie van de bijbel, de bijbel moet een centrale plaats in je leven innemen, permanente nascholing, er moet groei naar volwassenheid zijn.

Functionele schriftbeschouwing; van begin tot het eind is de bijbel het: ‘Woord van God’. (van kaft tot kaft). Het door God geïnspireerde ‘Woord’. Het ‘Woord’ verdedigt zichzelf, inspireert ons geloof en  daarvan de praktische toepassing . Als je ‘iets’ wil, wat zegt Gods Woord er over.

‘Vrije’ ( in het woord V.E.G.). Het woord staat centraal, maar wij zijn gebonden aan het ‘Woord’, ook gebonden aan Gods kinderen. Broederliefde is de hoogste liefde die er bestaat.

Vrije verkondiging, wel gebonden aan de Schrift, niet gekoppeld aan een leesrooster.

Kenmerk van de V.E.G.: het is  een Congregationele gemeente. Leden zijn allemaal ambtsdrager, priester, heiligen, geroepen geheiligd te zijn, we zijn allemaal gelijk, wij de kudde, Christus het Hoofd van de gemeente.

Bijzondere ambten: ouderling en diaken, de enige 2 ambten. (de bijbel)

Dominee is geen ambt, de HERE is het hoofd, niet de voorganger.

Allerlei gaven zoals; ‘herder’ en ‘leraar’………pastoraat en bedienen van het ‘Woord’. In de beginselverklaring staat, voorgaan in het ‘Woord’ (lastbrief) Matheüs 28 vers 18-20 (lees) het zendingsbevel. Opdracht aan ‘de leraar’: de hele wereld is z’n parochie. Als gezant van Christus optreden.

Onderscheid in taken; we zijn missionair, daar ligt onze verantwoordelijkheid, getuige zijn. Hierin zijn we bijna naar het nulpunt gezakt.

Geloof en beleving:

Het karakter van onze eredienst is eenvoudig, eenvoudige liturgie, eigenlijk kennen wij geen orde van dienst, we hebben geen kanselboek/dienstboek.

De plaats van de voorganger is een duidelijke. De verkondiging staat centraal, het is een overheersend element.

De voorganger is een vrijgestelde ouderling, hij voorziet in bijbels onderricht en in het preken. Uit het midden van de gemeente wordt hij gekozen.

Maranatha hoort bij de Evangelischen. We moeten groeimateriaal in huis hebben en zeggen dat er een ‘toekomst’ is. Dat is essentieel.

V.E.G. is ontstaan in een periode van moeite en zorg. We moeten zeggen, dat God ‘Liefde’ en ‘Trouw’ is.

We bidden niet uit een boekje, voor ons bestaat er geen gebedenboekje. Het gebed moet uit je hart komen, met je eigen bewoording.

De Avondmaalsviering is eenvoudig, maar wij benadrukken; dat het niet de viering van de V.E.G. is, maar van Christus. Zij die zich eigendom van Christus weten, Zijn kind zijn, nodigen we uit voor het Avondmaal. De verantwoordelijkheid ligt bij de deelnemer zelf.

Traditioneel zijn wij kinderdopers, meegenomen uit de traditionele kerken. Wij geloven in de doop op de belofte van God. Wij dopen op het geloof van de ouders, de ouders zijn de vervanger van het kind en zeggen ‘ja’. Een kind dat niet gedoopt is, is behouden. Wij zien de doop niet als vervanger van de besnijdenis, niet ingelijfd. (inlijvingstheorie).

Wij dopen ook volwassenen, meestal door besprenging, kan ook door onderdompeling. Hoeveelheid water mag geen scheiding maken onder ons. Doop is symboliek. De bekering is de besnijdenis van het hart.

In 1912 is de beginselverklaring herschreven, er mag geen speculatie zijn hoe het zal gaan met ons Christelijk geloof in de toekomstverwachting.

Doden staan op en levenden worden veranderd in één oogwenk, de opname van de gemeente, of dat nu voor  of  na de grote verdrukking of  tijdens  zal zijn.

God geeft zijn belofte van nabijheid. In Zijn heerlijkheid ligt de toekomst.

Relatie met Israël.

Ds. Witteveen hield al bidstonden en zending voor de joden. V.E.G. heeft afstand genomen dat Israël afgedaan zou hebben bij God. God is een God van belofte. God heeft een plan met Israël, het heeft een eigen plaats met God. De ‘Gemeente’ heeft ook een plaats met God. Israël is de oogappel van God. Let op het uitbotten van de vijgenboom, dat is Israël.

God heeft een plan met dit volk, let op de tekenen van de tijd! Israël is de klok.

In 1994 is de Federatie van Vrij Evangelische Gemeenten ontstaan. Gemeenten zijn uit de Bond van Vrij Evangelische Gemeenten getreden. De reden was: ‘Vrijzinnigheid’.

Nu, anno 2022 is er een toenadering van de Bond. Het betreft geen ‘samengaan’, maar samenwerking! Opmerkelijk is dat door de Bond een positieve draai is gemaakt, richting de Federatie.

We mogen met volharding bidden voor eenheid van Gods Gemeente wereldwijd.

Jan Visscher