JERUZALEM, de stad die God heeft heeft uitgekozen om daar Zijn naam te vestigen, ‘de stad van de Grote Koning’, waar Christus Jezus heeft geleden en waarover Hij eens eeuwig zal regeren.
De Jebusieten zijn afstammelingen van Noachs kleinzoon Kanaän (Gen. 10:16) en vormden de oorspronkelijke bevolking van Jeruzalem, toen Jebus geheten en van het omringende bergland. (Num.13:19, Joz. 11:3)
In het Oude Testament worden zij 41 maal genoemd, de naam Jebusiet. Jebus was de derde zoon van Kanaän. Jebusiet betekent nakomeling van Jebus. Jebus was de vroegere naam van Jeruzalem.
Ca. 1850 v. C.: Melchizedek, de koning van Salem, dat is Jeruzalem (Ps. 76:3) en priester van God de Allerhoogste gaat Abraham met brood en wijn tegemoet en zegent hem. (Gen. 14:18)
Ca. 1800 v. C.: God stelt Abraham op de proef en draagt hem op, zijn zoon Izak te offeren (Gen. 22).
Abraham gaat naar het land Moria en offert Izak op één der bergen daar. De berg Moria is de latere tempelberg in Jeruzalem. ( 2 Kon.3:1) Abraham noemt de plaats: “De Here zal erin voorzien”. (Hebreeuws: Jahwe Jireh) Hieraan is misschien het eerste deel van de naam Jeruzalem ontleend.
Ca. 1400 v. C.: Israël strijd tegen vijf koningen der Amorieten, onder wie Adoni-Zedek, de koning van Jeruzalem. Israël verslaat hen met Gods hulp (Joz. 10).
Bij de verdeling van het Beloofde land komt Jeruzalem binnen het erfdeel van de stam Benjamin. (Joz. 18: 27-38) Maar de nakomelingen van Juda konden de Jebusieten, de inwoners van Jeruzalem niet verdrijven. Daarom wonen de Jebusieten bij de nakomelingen van Juda in Jeruzalem, tot op deze dag (Joz. 15:63).
Ten tijde van de Richteren draagt de stad de naam Jebus (Richt.1).
14e eeuw v. C.: De naam van de stad (Urusalimmu) wordt reeds vermeld in oude spijkerschriftteksten, waaronder vooral de Egyptische Amarnabrieven (14e eeuw) van belang zijn.
( De Amarnabrieven is een collectie van brieven, merendeels diplomatiek van aard, die gevonden is in Amarna, de moderne naam van Achetaton, de hoofdstad van Farao Achnaton, die regeerde van 1353-1335 v.C.)
1004 v. C.: Koning David verovert, als eerste daad van zijn koningsschap, de stad op de Jebusieten en maakt haar tot zijn hoofdstad. Hij brengt de ark van het verbond binnen haar muren. Vanaf de 10e eeuw v. C. was Jeruzalem het godsdienstige en politieke centrum van Israël.
Het tempelplein, het heiligste deel van de stad, werd door David gekocht en niet veroverd.
962 – 955 v. C.: Koning Salomo bouwde de Eerste Tempel (1 Kon. 6).
Verder kennen wij de grotendeels in chronologische volgorde de geschiedenis van de stad tot op deze dag.
In 1967 na de zesdaagse oorlog zong de Israëlische zangeres Naomi Shemer: Jerusalem of Gold. Die stad mocht ik eens in de gouden avondzon zien, dat was bij de Jaffapoort.
En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is. (Openb. 21: 2)
En er kwam een van de zeven engelen met de zeven schalen, die vol waren van de laatste zeven plagen, en hij sprak met mij zeggende: Kom hier, ik zal u tonen de bruid, de vrouw des Lams. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God; en zij had de heerlijkheid Gods, en haar glans geleek op een zeer kostbaar gesteente, als de kristalheldere diamant. (Openb.21: 9-11)
Bent u nieuwsgierig geworden, lees dan Openbaring 21 en 22.