Godsdienstige kalender

Als je in de Bijbel leest dan kom je namen van maanden tegen die niet lijken op de namen van de maanden die wij kennen, bijvoorbeeld: nisan of adar. 
De godsdienstige kalender is gebaseerd over wat in de Thora door God aan Mozes en Aaron is opgedragen. God zei tegen hen, toen nog in Egypte: ‘Voortaan moet deze maand bij jullie de eerste maand van het jaar zijn‘.
Exodus 12: 1-2
Dit had betrekking op de uittocht uit Egypte door de Israëlieten die in de lente plaatsvond. Deze indeling begint zodoende in het voorjaar.

God stelde toen het Pascha in.

De Joodse maanden: 

nisan valt in maart/april  

iar valt in april/mei         

sivan valt in mei/juni 

tammoez valt in juni/juli  

av valt in juli/augustus  

eloel  valt in augustus/september

tisjri  valt in september/oktober        

chesjvan  valt in oktober/november

kislew valt in november/december 

tevet  valt in december/januari

sjevat valt in januari/februari            

adar valt in februari/maart

adar II  (schrikkeljaren)  valt in maart/april   

De Joodse feesten lezen we in Leviticus 23. Br. Piet Hopman heeft ons daarover een beknopt overzicht gegeven:
Het begint met het Pascha, in maart/april, gevolgd door het wekenfeest.
Bij ons bekend als Pinksteren, de 50e dag.
1: Rosh Hahana, hoofd van het jaar. De eerste dag van de maand tisjri
(ca. september) Nieuwjaar! Dat is nu 5781
2: Voorbereiding van tien dagen tot Jom Kippoer, Grote Verzoendag.
3: Op de 15e dag begin van het Loofhuttenfeest. Zeven dagen lang woont
het volk in Loofhutten. 7e dag is de grote dag van het feest.
4: Op de 8e dag is het Simchat Torah, vreugde van de wet. Gevierd wordt de grote vreugde vanwege de woorden van de Here in boekrollen beschreven.

Wat moet het een vreugde voor ons zijn om God te kennen, door te lezen inZijn Woord. En te weten dat Zijn Woord waarheid is.
Wat moet het een vreugde voor ons zijn, dat Hij ons liefheeft.
Wat moet het een vreugde voor ons zijn, dat Hij ons Zijn Zoon gegeven heeft om ons te verzoenen met de Vader, door Zijn lijden aan het kruis op Golgotha.
Wat moet het een vreugde voor ons zijn, dat Jezus is opgestaan uit de dood.
Hij kon immers niet in de dood blijven, Jezus is immers de Levensvorst!
Wat moet het een vreugde voor ons zijn, dat Jezus is opgevaren naar de
hemel om ons daar een plaats te bereiden en dat Hij ons de heilige Geest
(de Trooster)  heeft gegeven.

Wat moet het een vreugde zijn om te weten de dat we een eeuwige
toekomst hebben.

Je kunt het woord ‘ons’  ook vervangen door het woord ‘mij’ of ‘je’.